Compensatie ontslag voor langdurig arbeidsongeschikte werknemer

|-| Nieuws over arbeidsrecht | Datum: 17 februari 2017 | Auteur: Anne de Vries |-|

Compensatie ontslag voor langdurig arbeidsongeschikte werknemer

Minister Asscher bracht 21 april 2016 een wetsvoorstel ter kennis om de Wet werk en zekerheid aan te passen. Het zogeheten ‘slapend dienstverband’ wordt met de wijziging onder handen genomen. Een slapend dienstverband kan spelen bij als een werknemer langdurig arbeidsongeschikt is. Het lijkt dat dit wetsvoorstel het niet gaat halen.

Een werknemer heeft bij langdurige arbeidsongeschiktheid doorgaans twee jaar recht op loon. Werkgevers zijn geneigd het dienstverband na twee jaar arbeidsongeschiktheid in stand te laten en geen ontslagaanvraag in te dienen om dan ook geen transitievergoeding te hoeven betalen. Een beroep van de werknemer zelf om de arbeidsovereenkomst te laten beëindigen op basis van verwijtbaar handelen van de werkgever, zal niet slagen. Uit de rechtspraak komt naar voren dat de werkgever niet geacht wordt verwijtbaar te handelen door het dienstverband niet te beëindigen en de werkgever hoeft daarom geen transitievergoeding te betalen. 

Aan het slapend dienstverband kleeft overigens wel het risico voor de werkgever dat de werknemer die weer herstelt aanspraak kan maken op (passend) werk en daarbij de betaling van het loon.

Het wetsvoorstel wil onder andere op het punt van het slapen houden van het dienstverband verandering brengen. De bedoeling was daarmee dat werkgevers worden gecompenseerd voor de transitievergoeding die zij moeten betalen aan langdurig arbeidsongeschikte werknemers die ontslagen zijn. De compensaties zouden betaald worden uit het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf). Logischerwijs zal er dan ook een verhoging van de uniforme Awf-premie voor de werkgever tegenover staan. De wijze waarop een arbeidsovereenkomst wordt beëindigd, is weinig relevant. Het kan gaan om een einde van rechtswege, opzegging of ontbinding van de arbeidsovereenkomst of een beëindigingovereenkomst.

De hoogte van de compensatie is maximaal het bedrag waar de werknemer recht op heeft op het moment dat de loondoorbetalingverplichting eindigt. Hierbij telt een eventuele loonsanctie van de werkgever niet mee voor de hoogte van de compensatie. De compensatie bedraagt niet meer dan het tijdens de ziekte van de werknemer betaalde loon.

Naast het compenseren van de werkgever, beoogt de wetswijziging eveneens meer ruimte bieden aan bedrijven die bijvoorbeeld in financiële problemen verkeren. Niet langer hoeft er dan meer sprake te zijn van een ‘gelijkwaardige voorziening’ als alternatief voor de transitievergoeding. Er kan een andere voorziening worden opgenomen ter vervanging van de transitievergoeding bij ontslag om bedrijfseconomische redenen. Deze voorziening hoeft dus niet meer gelijkwaardig te zijn aan de transitievergoeding, maar moet wel een redelijke financiële vergoeding omvatten of de kans op nieuw werk vergroten. Het is aan de cao-partijen om een dergelijke regeling ook daadwerkelijk door te voeren.

De ministerraad heeft al ingestemd om het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De wetswijziging zal het evenwel niet gaan halen. Het wetsvoorstel is controversieel verklaard.

Een werknemer komt doorgaans in aanmerking voor een transitievergoeding indien de werkgever het initiatief neemt om het dienstverband welke langer dan 24 maanden heeft geduurd, te beëindigen. Aan het ontslag dient onder meer niet ernstig verwijtbaar handelen door de werker aan ten grondslag te liggen.

 

Lees meer over de transitievergoeding

Dit bericht is gepost in Nieuws. Bookmark de link.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *